Vorige week gaf ik training aan een enthousiast groepje. In mijn training komt vrijwel altijd discussie op gang over spreektaal en schrijftaal. Deze keer was dat niet anders, gelukkig. Ik vind het altijd erg leuk om te horen waarom mensen vinden dat ze anders moeten schrijven dan dat ze spreken. Meestal vinden ze dat ze dan serieuzer overkomen. Ook hoor ik vaak dat ze die ‘Jip en Janneke taal’ niet respectvol vinden.
Maar tussen oubollig en afstandelijk schrijven en Jip en Janneketaal gebruiken, zit nog een hele wereld aan variatie. Je hoeft je mail niet te beginnen met ‘Yo klant!’ en je hoeft ook niet meteen over te schakelen op je en jij. Als je dat niet passend of prettig vindt, gebruik je gewoon ‘u’. Daar is niks mis mee. Maar er is wel iets mis met ‘derhalve’, ‘met betrekking tot’, ‘middels’ en andere achterhaalde en ouderwetse woorden. Middels is trouwens nog een Germanisme ook.
Je zin hoeft ook geen drie regels lang te zijn, met zes bijzinnen en allerlei zombiewoorden als ‘zouden’, ‘kunnen’, en ‘worden’. Vaagtaal, twijfeltaal, je hebt er alleen maar last van. Vaak komen de schrijvers van die veel te lange zinnen helemaal in de knoop. Het helpt als je dan even in normale taal uitspreekt wat je wilt vertellen. En als je dat vervolgens opschrijft, dan heb je ineens wel een duidelijk verhaal. Kijk ook even naar hoe je lezer jou als afzender ziet. Je hebt het helemaal niet nodig om moeilijk te doen!
Laatst had ik een reactie van een mij onbekende dame op mijn blog over Schrijftaal. Zij vond het jammer dat sommige woorden verdwijnen. Helaas zei die dame er niet bij welke woorden ze zou gaan missen. Daar werd ik wel benieuwd naar! Maar haar reactie heeft me wel aan het denken gezet. Zijn er woorden die ik zelf mis? Woorden waarvan ik niet wil dat ze verdwijnen?
Taal leeft en dus verandert taal voortdurend. Dat moet, anders verandert die taal in een dode taal, zoals Latijn. En dat willen we niet. Natuurlijk verdwijnen en verschijnen er allerlei woorden in het Nederlands. ‘Drollenvanger’, ’typemachine’, ‘broekrok’, ‘diskette’: deze woorden hoor je niet meer zo veel. Dat is ook logisch, want de dingen waar die woorden voor staan, kom je niet meer zo veel tegen. Dus verdwijnen die woorden ook uit beeld. Woorden die ik wel nog regelmatig tegenkom, maar liever niet meer zie zijn: ‘middels’ (Germanisme), ‘indien’ (truttig en ouderwets), ‘derhalve’ en zo kan ik nog wel even doorgaan.
Helaas…
Woorden die ik niet zou willen missen zijn wat lastiger. Eigenlijk vind ik ‘helaas’ wel erg mooi, die mag blijven. En ook ‘onmiddellijk’ en ‘accuraat’ mogen van mij blijven. Sommige woorden klinken ook precies zoals hun betekenis. Iemand die accuraat is, werkt preciezer en prettiger dan iemand die precies is. Vind ik dan. Maar verder?
Wanneer mis je een woord? Wanneer is het echt weg? Ik heb er
lang over nagedacht, maar ik kan behalve de woorden die ik hiervoor noemde,
niet echt iets vinden waarvan ik denk dat we het gaan missen. Ik moest wel
denken aan een collega van vroeger, die zo graag ‘in dier voege’ in zijn
brieven gebruikte. Dat vond hij mooi. Tja, ieder zijn smaak. Ik moet zeggen dat
ik deze prachtige oubollige ‘dus’-versie echt nooit meer tegenkom. Dat dier is
als zodanig dus echt uitgestorven. Helaas…