Je leest het zo vaak: het woord ‘ burger’ voor ‘inwoner’. Ik heb er een hekel aan. Ik vind het lelijk, oubollig en neerbuigend klinken. Ik zeg altijd: een burger draagt een horlogeketting en een hoge hoed en die rookt dikke sigaren. Gebruik liever ‘inwoner’, dat klinkt veel moderner!
Persoonlijk?
Maar waarom heb ik zo’n hekel aan het woord ‘burger’? Waarom voelt het voor mij altijd een beetje neerbuigend? Ik ben eens gaan kijken wat Wikipedia over het woord zegt en daar kwam ik het volgende stuk tekst tegen: “Ook negatieve definities van burger komen in het spraakgebruik voor: militairen, schippers en boeren duiden anderen dan zichzelf aan als burgers. Ze onderscheiden zich daarmee van wat zij zien als de civiele maatschappij: mensen die niet tot de krijgsmacht behoren, aan de vaste wal wonen dan wel tot een agrarisch gezin behoren. De uitdrukking burger wordt op gelijke wijze ook gebruikt in kringen van woonwagenbewoners, kermisexploitanten en andere ambulante groepen. Ook sommige studenten, vooral in studentenverenigingen, gebruiken het woord op deze wijze voor niet-studenten.” Tja, en als je zelf negen jaar als ‘burger’ bij Defensie hebt gewerkt, dan voel je deze wel.
Macht
Ik moet ook denken aan termen als ‘brave burger’, ‘kleinburgerlijk’ en dergelijke. Dat is ook allemaal niet heel positief. Maar ik las meer op Wikipedia: “Burger is men ten opzichte van medeburgers maar met name tegenover bestuurders en ambtenaren van een overheid. Internationale organisaties zoals de EU, gebruiken de term burger eveneens.” Het woord geeft dus ook een machtsverhouding aan. En juist die verhouding is heel erg aan het veranderen in gemeenteland. Want gemeentes zijn veel afhankelijker aan het worden van hun inwoners. We moeten meehelpen als mensen niet meer alles zelf kunnen, we moeten meedenken over belangrijke beslissingen en we moeten ook meer doen aan het onderhoud van het groen in onze wijken. Dan wil je als gemeente geen afstand, want je ziet je inwoners meer als partner.
En dan hebben we tot slot nog de smakelijke schijf van gebraden vlees voor op je broodje. Lekker, met een plakje tomaat, augurkje, blaadje sla, plak kaas…
Dus wil je de mensen in je woonplaats aanduiden of je doelgroep benoemen: noem ze liever inwoners. Want burgers, die doen we op een broodje.