Sommige letters zijn erg zielig. Dat vind ik tenminste. Er zijn best wat zielige letters. Maar in deze blog zal ik ze wat aandacht geven. Dat zal ze goed doen.
Zo is de q vrij sneu want die komt maar in heel weinig Nederlandse woorden voor. Bij scrabble is de q dan weer wel heel waardevol, dus dat compenseert dan wat van de sneuheid. Maar ja, wie speelt er tegenwoordig nog scrabble? Sneu dus, want weinig gebruikt. Maar als hij dan een keer in een woord voorkomt, heeft hij wel alle aandacht. De y krijgt ook maar weinig aandacht en de c is ook best zielig want die heeft niet eens een eigen klank.
Maar in heel veel woorden in onze taal, is de n eigenlijk nog veel zieliger dan de q, de y of de c. Want heel vaak schrijf je die n wel, maar vergeten wij (of heel veel van ons) om hem uit te spreken. Aan het einde van werkwoorden als komen, laten, spelen, zeggen we wel erg vaak: komuh, latuh, speluh (en zegguh). Ik maak me er zelf ook schuldig aan. Alleen mensen op televisie spreken het hele woord netjes uit. En logopedisten, die moeten dat wel. Gelukkig komt de n op nog heel veel andere plaatsen in woorden voor, dus die aandacht krijgt hij toch wel.
Bij mij in Giesbeek is er nog een hele zielige letter. Die heeft echt wat verkeerd gedaan in ons dorpje. Want minstens de helft van de mensen die in het dorp geboren zijn, slaat deze letter helemaal over! Ze houden niet van thee denk ik. Want in Giesbeek vieren ze namelijk kers, is de luch mooi blauw en in de nach is het niet lich. ‘Wa’n wiend, da’s heel geen kers’ hoorde ik iemand een keer zeggen (wat een wind, dat is toch geen kerst, vrij vertaald). We lopen dus een wandeltoch, vinden iets geen gezich en de vach van de kat is lekker zach. Ondertussen geniet ik stiekem van alle gemiste teetjes.
Ik ben benieuwd of ze in Angerlo en Lathum die t ook liever laten zitten. Laat het me vooral wetuh!